Er komt een verbod op tijdelijke huurcontracten. Maar op dat verbod komen wel een aantal uitzonderingen. Voor huurders hebben tijdelijke huurcontracten veel negatieve gevolgen. Vaak worden huurders na twee jaar uit hun huis gezet en kunnen zij maar moeilijk een nieuwe woonplek vinden. Verhuurders kunnen bij iedere wisseling de huur verhogen. De afgelopen jaren hebben zij een financiële prikkel gehad om tijdelijke huurcontracten te blijven aanbieden. Daar lijkt nu een einde aan te komen. Maar uitzonderingen blijven -helaas- mogelijk.
Uitzonderingen
Onder druk van het CDA en VVD komen er wel een aantal uitzonderingen.
- Zo mag een huis tijdelijk worden verhuurd wanneer de verhuurder de woning later wil verhuren aan een van zijn of haar kinderen. Dat moet dan wel vooraf zijn vastgelegd in het huurcontract.
- Ook komt er een uitzondering voor mensen die gaan samenwonen of trouwen. Wanneer een van hen bij de ander intrekt, mag het overgebleven huis tijdelijk worden verhuurd.
- Daarnaast blijven tijdelijke huurcontracten mogelijk voor studenten, voor mensen die met spoed tijdelijke woonruimte nodig hebben (zoals daklozen) of wanneer iemand voor zijn werk tijdelijk elders gaat wonen en zijn woning niet leeg wil laten staan.
Iets meer woonzekerheid voor huurders
Het HNA is geen voorstander van al deze uitzonderingen. Zo blijft de achterdeur voor tijdelijke huurcontracten open. Maar het is wel een goed begin voor meer woonzekerheid voor huurders. Er zijn nog meer woonvormen, zoals antikraak of jongerencontracten, die aandacht vragen omdat ze voor onzekerheid zorgen bij huurders. Wij blijven de ontwikkelingen hierover volgen.
De nieuwe huurwet gaat mogelijk al in januari 2024 in.